Nieuws

Genieten in de Wet inkomstenbelasting.

Lees meer...
 

Het blijft tobben met bezits- en voortzettingsvereisten BOR.

Lees meer...
 
Home Publicaties
Publicaties 2011

J. Ganzeveld - Kwijtschelding onzakelijke lening 'omlaag' niet ten laste van terbeschikkingstellingsresultaat, commentaar bij conclusie A-G Niessen 24 februari 2011, nr. 10/04588, NTFR 2011/1131

Zie mijn commentaar bij conclusie A-G Niessen 24 februari 2011, nr. 10/03654, NTFR 2011/1130.

J. Ganzeveld - Onzakelijke lening in terbeschikkingstellingssfeer, commentaar bij conclusie A-G Niessen 24 februari 2011, nr. 10/03654, NTFR 2011/1130

A-G Niessen is van mening dat het debiteurenverlies op een onzakelijke lening geen negatief bestanddeel is van het terbeschikkingstellingsinkomen (A-G Niessen 24 februari 2011, nr. 10/03654 en nr. 10/04588). Zijns inziens moet - naar analogie van hetgeen geldt in het winstregime - ook bij een terbeschikkingstelling de invloed van een onzakelijk handelen van de belastingplichtige op het resultaat, daaruit worden geëlimineerd. Ik ben het niet met deze opvatting eens. Ik ben van mening dat de Hoge Raad een genuanceerde benadering volgt bij het toepassen van het winstregime op de terbeschikkingstellingsregeling. Dit kan niet zomaar een-op-een worden toegepast. Er zijn argumenten om een onzakelijke lening van de dga op zijn bv geheel in box 1 onder te brengen en een afwaardering is dan ook geheel aftrekbaar. Hierbij wijs ik ter motivering ook op het bestaan van art. 3.92, lid 3 Wet IB 2001. De wetgever heeft er bewust voor gekozen een onzakelijke lening tussen de in lid 3 omschreven familiegroep (bijvoorbeeld van de ouder op een bv van een meerderjarig kind) als een ongebruikelijke terbeschikkingstelling in box 1 conform het winstregime te belasten. Het past dan niet om op basis van diezelfde onzakelijkheid een afwaardering van aftrek uit te sluiten.

J. Ganzeveld - Zowel alimentatieverplichting jegens ex-echtgenoot als jegens kinderen vormt schuld voor box 3, commentaar bij Hoge Raad 11 februari 2011, nr. 10/00367, NTFR 2011/515

De Hoge Raad beslist dat zowel de alimentatieverplichting jegens de ex-echtgenoot als jegens de kinderen een schuld vormen voor box 3. Met ingang van 30 december 2009 is de wet al aangepast vooruitlopend op deze beslissing van de Hoge Raad in die zin dat onder andere de alimentatieverplichting jegens de ex-echtgenoot niet meer aftrekbaar is in box 3. Deze reparatie van de wet heeft echter geen gevolgen voor de aftrek van een alimentatieverplichting aan kinderen in box 3. Ik beargumenteer waarom het daartegenover staande recht op kinderalimentatie niet in box 3 in aanmerking dient te worden genomen bij het kind. 

J. Ganzeveld - Na verwijzing: tbs-regeling is reeds aangevangen bij aanschaf pand, commentaar bij Hof Arnhem 23 november 2010, nr. 10/00045, NTFR 2011/14

Deze zaak betreft de verwijzingsprocedure van de Hoge Raad van 22 januari 2010, nr. 08/00327, NTFR 2010/246 (met mijn commentaar). In de onderhavige zaak moest de Hoge Raad terugverwijzen naar Hof Arnhem om feitelijk te laten vaststellen of aan zijn geformuleerde criteria is voldaan. In de andere procedure (nr. 09/00654, NTFR 2010/247) kon de Hoge Raad de zaak op basis van de feiten wel zelf afdoen. Hof Arnhem concludeert dat dit ondanks het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst het geval is, zodat de terbeschikkingstelling op het moment van aanschaf van het pand is aangevangen.

J. Ganzeveld - Tbs-regeling reeds vóór feitelijke terbeschikkingstelling van toepassing, commentaar bij Hof Arnhem 9 november 2010, nr. 09/00065, NTFR 2011/13

Zie ook mijn commentaar bij Hof Arnhem 23 november 2010, nr. 10/00045, NTFR 2011/14. Het hof moet hier bij gebreke van een schriftelijke overeenkomst aan de hand van de feiten vaststellen of is voldaan aan het ‘afstemmingscriterium’ en het ‘aanwendingscriterium’ zoals de Hoge Raad deze heeft geformuleerd in zijn arresten van 22 januari 2010, nr. 08/00327, NTFR 2010/246 en nr. 09/00654, NTFR 2010/247 en van 9 april 2010, nr. 09/01777, NTFR 2010/1101 (alle met mijn commentaar). Dat is het geval en daarom is de terbeschikkingstelling aangevangen op het moment van de aanschaf van het pand en niet pas op het moment van latere verhuur aan het verbonden lichaam. Dit betekent dat op dat eerste moment het pand op de tbs-openingsbalans wordt opgenomen inclusief de stichtingskosten.