Home Publicaties Publicaties 2010
Publicaties 2010

J. Ganzeveld - Ongebruikelijke terbeschikkingstelling beoordelen naar het geheel van rechtshandelingen, commentaar bij Hoge Raad 15 oktober 2010, nr. 09/02120, NTFR 2010/2604

Bijna tien jaren na invoering van de ongebruikelijkheidsnorm als onderdeel van de terbeschikkingstellingsregeling is er eindelijk meer duidelijkheid over de invulling daarvan. Het arrest vind ik verrassend. De Hoge Raad beslist dat uit de wetsgeschiedenis volgt dat niet slechts de terbeschikkingstellingshandeling zelf moet worden beoordeeld op haar gebruikelijkheid, maar dat bij die beoordeling het geheel van rechtshandelingen dat met de terbeschikkingstelling verband houdt in aanmerking moet worden genomen. Ik ben van mening dat de Hoge Raad de terbeschikkingstellingsregeling erg ruim uitlegt: een samenstel van op zichzelf gebruikelijke transacties zou toch niet mogen leiden tot een maatschappelijk ongebruikelijk eindresultaat.

J. Ganzeveld - Vage normen in de inkomstenbelasting: enkele bespiegelingen, NTFR2010/2485

In deze opinie behandel ik enkele voetangels en klemmen bij de volgende drie open normen in de inkomstenbelasting: soortaandelen, preferente aandelen en een in het maatschappelijke verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling.
Ter afsluiting van deze opinie vraag ik mij af of het fiscale recht gediend is met het welbewust (te veel) gebruiken van vage en open normen. De opmerking van de staatssecretaris dat dan door middel van besluiten kan worden ingespeeld op ongewenst ‘ontwijkgedrag’ en ook dat door middel daarvan duidelijkheid kan worden verschaft aan de praktijk, overtuigt mij niet. Deze ‘duidelijkheid’ achteraf onttrekt zich aan de parlementaire controle en als de duidelijkheid of werkelijkheid van de belastingplichtige een andere is, dan is de belastingplichtige genoodzaakt om hierover te gaan procederen, in welk geval hij pas jaren later zekerheid krijgt.

J. Ganzeveld en H. Hoeve - Aanmerkelijk belang en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na overlijden, Fiscaal Tijdschrift Vermogen 2010/09, nr. 36

In dit artikel gaan wij in op de werking van de nieuwe doorschuiffaciliteiten als door overlijden een huwelijksgoederengemeenschap waartoe aanmerkelijkbelangaandelen behoren, wordt ontbonden en op de gevolgen van de verdeling van tot de gemeenschap behorende aanmerkelijkbelangaandelen. Onze conclusie is dat het fiscale landschap bij overlijden van een aanmerkelijkbelanghouder zonder overgangsrecht rigoureus is veranderd vanaf 2010. Door de afrekening bij overlijden als hoofdregel te introduceren en slechts een doorschuiving toe te laten indien en voor zover sprake is van in de waarde van de aanmerkelijkbelangaandelen tot uitdrukking komend ondernemingsvermogen van de vennootschap, wordt de afwikkeling van veel nalatenschappen financieel verzwaard. Theoretisch en praktisch wordt het nog lastiger als sprake is van een door het overlijden ontbonden huwelijksgoederengemeenschap waartoe aanmerkelijkbelangaandelen behoren.

J. Ganzeveld - Het gebruikelijke van het ongebruikelijke: leningen aan het MKB in familieverband, HLB Nieuws, mei 2010, nr. 19

Het verstrekken van een krediet binnen het MKB zal normaliter geschieden door banken, maar van oudsher komt het ook voor dat verbonden vennootschappen of personen leningen verstrekken in familieverband. In deze bijdrage ga ik in op de vraag hoe fiscaal tegen deze leningen wordt aangekeken.

J. Ganzeveld - Kennis delen: de weg naar hoogwaardige fiscale dienstverlening, interview voor: HLB Nieuws, mei 2010, nr. 19

In dit interview vertel ik hoe ik het kennismanagement binnen HLB Schippers als extern fiscaal wetenschappelijk adviseur wil gaan vormgeven.

J. Ganzeveld - Aanvang tbs-regeling reeds vóór feitelijke terbeschikkingstelling mogelijk , commentaar bij Hoge Raad 9 april 2010, nr. 09/01777, NTFR 2010/1101

In dit arrest herhaalt de Hoge Raad het criterium zoals geformuleerd in zijn eerdere arresten van 22 januari 2010, nr. 08/00327 en 09/00654, NTFR 2010/246 en NTFR 2010/247 met commentaar van ondergetekende, voor de bepaling van het aanvangstijdstip van een terbeschikkingstelling. In mijn commentaar bij die arresten ben ik uitgebreid ingegaan op de achtergrond, de verworpen enge opvatting van de staatssecretaris, de lagere rechtspraak, de conclusies van A-G Niessen en de beslissingen van de Hoge Raad.

J. Ganzeveld - Huurbaten belast door ongebruikelijke terbeschikkingstelling, commentaar bij de conclusies van A-G Niessen van 14 januari 2010, nr. 09/02120 en nr. 09/02121, NTFR 2010/522

In mijn commentaar geef ik vooruitlopend op en in afwachting van de beslissing van de Hoge Raad alvast enkele schoten voor de boeg naar aanleiding van de conclusies van A-G Niessen over de vraag of sprake is van een ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De onderhavige procedure is de zoveelste waarbij de Hoge Raad wordt gevraagd om een geschilpunt over de werking van de terbeschikkingstellingsregeling te beslechten. Een regeling die zo veel onduidelijkheid en controverse oproept, kan mijns inziens welhaast niet anders dan een onvolmaakte zijn. Het zij nog maar eens herhaald.

J. Ganzeveld - Geen 'aanloopverlies' voor resultaatgenieter voor in box 3 in aanmerking genomen kosten, commentaar bij Hoge Raad 22 januari 2010, nr.08/04313, NTFR 2010/347

In mijn commentaar bij dit arrest geef ik aan dat door de andere arresten van de Hoge Raad van 22 januari 2010 over het aanvangstijdstip van de terbeschikkingstelling het minder relevant is geworden dat de Hoge Raad in dit arrest heeft beslist dat art. 3.10 Wet IB 2001 in beginsel geen toepassing kan vinden bij een terbeschikkingstelling, voor zover de kosten en lasten worden geacht in box 3 te zijn vergolden.
In het algemeen is voor de ondernemer en de (gewone) resultaatgenieter de beslissing van de Hoge Raad wel relevant voor de invulling en afbakening van de aanloopverliezen. Het moet gaan om ‘lopende’ kosten en lasten, dat wil zeggen uitgaven die geen betrekking hebben op en niet zijn toe te rekenen aan een box 3-vermogensbestanddeel. In zoverre is de verwijzing in art. 3.95, lid 1, Wet IB 2001 naar art. 3.10 Wet IB 2001 voor de resultaatgenieter dus geen zinledige verwijzing, maar wel beperkt in de uitwerking.

J. Ganzeveld - Aanvang tbs-regeling bij feitelijke ingebruikname grond, commentaar bij Rechtbank Arnhem 10 november 2009, nr. 08/04735, NTFR 2010/248

Zie mijn commentaar bij Hoge Raad 22 januari 2010, nr. 08/00327, NTFR 2010/246.

J. Ganzeveld - Tbs-regeling reeds van toepassing bij aanschaf pand (II), commentaar bij Hoge Raad 22 januari 2010, nr. 09/00654, NTFR 2010/247

Zie mijn commentaar bij Hoge Raad 22 januari 2010, nr. 08/00327, NTFR 2010/246.

J. Ganzeveld - Tbs-regeling reeds van toepassing bij aanschaf pand (I), commentaar bij Hoge Raad 22 januari 2010, nr. 08/00327, NTFR 2010/246

In mijn commentaar bij dit arrest en het op dezelfde dag gewezen arrest nr. 09/00654 geef ik aan dat als aan de door de Hoge Raad geformuleerde criteria wordt voldaan, voor het aanvangstijdstip van een terbeschikkingstelling mag worden teruggesprongen naar het moment van aanschaf. Investeringen, aanschafkosten (zoals de overdrachtsbelasting), financieringskosten en dergelijke kunnen in aanmerking worden genomen door activering dan wel aftrek (ineens). Ook blijft de belastingplichtige dan niet zitten met een mogelijk onrendabele top die zich in de verworpen opvatting van de staatssecretaris (ook) niet vertaalt in de openingsboekwaarde op de balans.
Voor de toekomst kunnen belastingplichtigen rekening houden met de criteria van de Hoge Raad. Mijn advies: leg veiligheidshalve een en ander vast in schriftelijke afspraken, zodat er achteraf geen discussie ontstaat over de gezamenlijke bedoeling.


J. Ganzeveld - Ongebruikelijke terbeschikkingstelling beoordelen naar het geheel van rechtshandelingen, commentaar bij Hoge Raad 15 oktober 2010, nr. 09/02120, NTFR 2010-2604


Bijna tien jaren na invoering van de ongebruikelijkheidsnorm als onderdeel van de terbeschikkingstellingsregeling is er eindelijk meer duidelijkheid over de invulling daarvan. Het arrest vind ik verrassend. De Hoge Raad beslist dat uit de wetsgeschiedenis volgt dat niet slechts de terbeschikkingstellingshandeling zelf moet worden beoordeeld op haar gebruikelijkheid, maar dat bij die beoordeling het geheel van rechtshandelingen dat met de terbeschikkingstelling verband houdt in aanmerking moet worden genomen. Ik ben van mening dat de Hoge Raad de terbeschikkingstellingsregeling erg ruim uitlegt: een samenstel van op zichzelf gebruikelijke transacties zou toch niet mogen leiden tot een maatschappelijk ongebruikelijk eindresultaat.


J. Ganzeveld - Vage normen in de inkomstenbelasting: enkele bespiegelingen, NTFR2010-2485


In deze opinie behandel ik gezien hun actualiteit enkele voetangels en klemmen bij de volgende drie open normen in de inkomstenbelasting: ‘soortaandelen’, ‘preferente aandelen’ en ‘een in het maatschappelijke verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling’.

Mijn conclusie is dat ik mij afvraag of het fiscale recht gediend is met het welbewust (te veel) gebruiken van vage en open normen. De opmerking van de staatssecretaris dat dan door middel van besluiten ingespeeld kan worden op ongewenst ‘ontwijkgedrag’ en ook dat door middel daarvan duidelijkheid kan worden verschaft aan de praktijk, overtuigt mij niet. Deze ‘duidelijkheid’ achteraf onttrekt zich aan de parlementaire controle en als de duidelijkheid of werkelijkheid van de belastingplichtige een andere is, dan is hij genoodzaakt om hierover te gaan procederen, in welk geval hij pas jaren later zekerheid krijgt.


J. Ganzeveld en H. Hoeve  - Aanmerkelijk belang en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na overlijden, Fiscaal Tijdschrift Vermogen 2010/09, nr. 36


In dit artikel gaan wij in op de werking van de nieuwe doorschuiffaciliteiten als door overlijden een huwelijksgoederengemeenschap waartoe aanmerkelijkbelangaandelen behoren, wordt ontbonden en op de gevolgen van de verdeling van tot de gemeenschap behorende aanmerkelijkbelangaandelen. Onze conclusie is dat het fiscale landschap bij overlijden van een aanmerkelijkbelanghouder zonder overgangsrecht rigoureus is veranderd vanaf 2010. Door de afrekening bij overlijden als hoofdregel te introduceren en slechts een doorschuiving toe te laten indien en voor zover sprake is van in de waarde van de aanmerkelijkbelangaandelen tot uitdrukking komend ondernemingsvermogen van de vennootschap, wordt de afwikkeling van veel nalatenschappen financieel verzwaard. Theoretisch en praktisch wordt het nog lastiger als sprake is van een door het overlijden ontbonden huwelijksgoederengemeenschap waartoe aanmerkelijkbelangaandelen behoren.


J. Ganzeveld – Het gebruikelijke van het ongebruikelijke: leningen aan het MKB in familieverband, HLB Nieuws, mei 2010, nr. 19


Het verstrekken van een krediet binnen het MKB zal normaliter geschieden door banken. Maar van oudsher komt het ook voor dat verbonden vennootschappen of personen leningen verstrekken in familieverband. In deze bijdrage ga ik in op de vraag hoe fiscaal tegen deze leningen wordt aangekeken.


J. Ganzeveld – Kennis delen: de weg naar hoogwaardige fiscale dienstverlening, interview voor: HLB Nieuws, mei 2010, nr. 19


In dit interview vertel ik hoe ik het kennismanagement binnen HLB Schippers als extern fiscaal wetenschappelijk adviseur wil gaan vormgeven.


J. Ganzeveld - Aanvang tbs-regeling reeds vóór feitelijke terbeschikkingstelling mogelijk , commentaar bij Hoge Raad 9 april 2010, nr.09/01777, NTFR 2010-1101


In dit arrest herhaalt de Hoge Raad het criterium zoals geformuleerd in zijn eerdere arresten van 22 januari 2010, nr. 08/00327 en 09/00654, NTFR 2010/246 en NTFR 2010/247 met commentaar van ondergetekende, voor de bepaling van het aanvangstijdstip van een terbeschikkingstelling. In mijn commentaar bij die arresten ben ik uitgebreid ingegaan op de achtergrond, de verworpen enge opvatting van de staatssecretaris, de lagere rechtspraak, de conclusies van A-G Niessen en de beslissingen van de Hoge Raad.


J. Ganzeveld - Huurbaten belast door ongebruikelijke terbeschikkingstelling, commentaar bij de conclusies van A-G Niessen van 14 januari 2010, nr.09/02120 en nr.09/02121, NTFR 2010-522


In mijn commentaar geef ik vooruitlopend op en in afwachting van de beslissing van de Hoge Raad alvast enkele schoten voor de boeg geven naar aanleiding van de conclusies van A-G Niessen over de vraag of sprake is van een ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De onderhavige procedure is de zoveelste waarbij de Hoge Raad wordt gevraagd om een geschilpunt te beslechten over de werking van de terbeschikkingstellingsregeling. Een regeling die zo veel onduidelijkheid en controverse oproept, kan mijns inziens welhaast niet anders dan een onvolmaakte zijn. Het zij nog maar eens herhaald.


J. Ganzeveld - Geen 'aanloopverlies' voor resultaatgenieter voor in box 3 in aanmerking genomen kosten, commentaar bij HR 22 januari 2010, nr.08/04313, NTFR 2010-347


In mijn commentaar bij dit arrest geef ik aan dat door de andere arresten van de Hoge Raad van 22 januari 2010 over het aanvangstijdstip van de terbeschikkingstelling het minder relevant is geworden dat de Hoge Raad in dit arrest heeft beslist dat art. 3.10 Wet IB 2001 in beginsel geen toepassing kan vinden bij een terbeschikkingstelling, voor zover de kosten en lasten geacht worden in box 3 te zijn vergolden.

In het algemeen is voor de ondernemer en de (gewone) resultaatgenieter de beslissing van de Hoge Raad wel relevant voor de invulling en afbakening van de aanloopverliezen. Het moet gaan om ‘lopende’ kosten en lasten, dat wil zeggen uitgaven die geen betrekking hebben op en niet zijn toe te rekenen aan een box 3-vermogensbestanddeel. In zoverre is de verwijzing in art. 3.95, lid 1, Wet IB 2001 naar art. 3.10 Wet IB 2001 voor de resultaatgenieter dus geen zinledige verwijzing, maar wel beperkt in de uitwerking.


J. Ganzeveld - Aanvang tbs-regeling bij feitelijke ingebruikname grond, commentaar bij Rechtbank Arnhem 10 november 2009, nr.08/04735, NTFR 2010-248


Zie mijn commentaar bij Hoge Raad 22 januari 2010, nr. 08/00327, NTFR 2010/246


J. Ganzeveld - Tbs-regeling reeds van toepassing bij aanschaf pand (II), commentaar bij Hoge Raad 22 januari 2010, nr.09/00654, NTFR 2010-247


Zie mijn commentaar bij Hoge Raad 22 januari 2010, nr. 08/00327, NTFR 2010/246


J. Ganzeveld - Tbs-regeling reeds van toepassing bij aanschaf pand (I), commentaar bij Hoge Raad 22 januari 2010, nr.08/00327, NTFR 2010-246


In mijn commentaar bij dit arrest en het op dezelfde dag gewezen arrest, nr. 09/00654 geef ik aan dat als aan de door de Hoge Raad geformuleerde criteria wordt voldaan, voor het aanvangstijdstip van een terbeschikkingstelling mag teruggesprongen worden naar het moment van aanschaf. Investeringen, aanschafkosten – zoals de overdrachtsbelasting –, financieringskosten en dergelijke kunnen in aanmerking worden genomen door activering dan wel aftrek (ineens). Ook blijft de belastingplichtige dan niet zitten met een mogelijk onrendabele top die zich in de verworpen opvatting van de staatssecretaris (ook) niet vertaalt in de openingsboekwaarde op de balans.

Voor de toekomst kunnen belastingplichtigen rekening houden met de criteria van de Hoge Raad. Mijn advies: leg veiligheidshalve een en ander vast in schriftelijke afspraken, zodat er achteraf geen discussie ontstaat over de gezamenlijke bedoeling.